Om met een telescoop met grotere opening mobieler te zijn, bouw ik een fietskar om tot een verrijdbare dobsontelescoop die achter de fiets gemakkelijk mee te nemen is door de stad. Dit is het eerste artikel in een serie van drie waarin ik je meeneem van het oorspronkelijke idee, naar de bouw en de ervaringen in de stad.
Mijn 8″ newtontelescoop is een fijne telescoop om met publiek vanuit de stad naar zon, maan en planeten te kijken. Een grotere diameter heeft zo z’n voordelen en valt ook gelijk op in het straatbeeld, maar wellicht ook een voorbeeld van “aperture-fever”, de wens om telescopen met grotere opening te willen gebruiken. Op een equatoriale montering zorgt deze keuze qua optiek al snel voor een zwaardere EQ5 montering waardoor je ook inboet op het transportgemak. Het stoepsterrenkundeteam in Delft maakt om die reden ook gebruik van 102 mm maksutov-kijkers op een lichtgewicht statief.
Dobsonkijker
De logistieke uitdaging en wens voor grotere kijkeropening, maakte dat John Dobson (1915-2014) de simpele opstelling bedacht die nog altijd zijn naam draagt én favouriet blijft bij amateursterrenkundigen en in de stoepsterrenkunde. Recent breidde ik daarom mijn collectie telescopen uit met een 8″ dobsonkijker, een Meade Lightbridge. Maar ondanks de dobsonmontering blijft ook deze telescoop qua afmeting en gewicht een uitdaging om in de stad te vervoeren. Waarom dan toch die keuze? Die vraag brengt ons bij het fietskarproject. In een ‘fietsvriendelijke’ stad als Den Haag (een uitgesproken ambitie van de gemeente), zijn er veel leuke pleinen in de stad en de boulevard langs het strand die goed bereikbaar zijn met de fiets. In plaats te voet en per tram de optiek, montering en contragewichten te verplaatsen, zou een dobsonkijker op fietskar een aantrekkelijke mogelijkheid zijn om die plekken al fietsend aan te doen.
Concept fietskarontwerp
Inherent met vervoer van telescopen, ook per auto, trein of tram, is dat de telescoop wordt bloodgesteld aan trillingen. Met de ontwikkeling van de fietskar probeer ik daar dan ook rekening mee te houden. De Lightbrigde heeft als voordeel dat de truss is in te korten. Zo wordt het geheel iets compacter en reduceren we ook deels de krachten die tijdens het fietsen werken op de hele opstelling. Als fietskar heb ik gekozen voor een Carry Freedom Y frame X-large; een model waarop de rocker box past én de diameter van de wielen en wielbasis helpen met een stabiele wegligging en reductie van de trillingen. Daarnaasy is de fietskar ook deels te demonteren, wat de opslag ervan eenvoudiger maakt. Voor de bevestiging van de rocker box aan de fietskar is daarnaast een geveerd frame gemaakt. Met behulp van trillingsdempers (oorspronkelijk bedoeld voor montage van airconditioning units) wordt zo een platform gemaakt om trillingen van de fietskar naar de rocker box verder te reduceren. Deze hele montering wordt boven de as van de kar gepositioneerd om zo de ‘kogeldruk’ ook laag te houden. Op het resterende oppervlak van de fietskar blijft zo ruimte over voor andere accessoires.
Tot zover het idee achter de plannen, nu komt het praktische werk. Daarover lees je binnenkort meer in het tweede deel van dit drieluik.