Telescoopkeuze

Telescoopkeuze

Voor stoepsterrenkunde moet je telescoop geschikt zijn voor het sterrenkijken vanuit een stedelijke omgeving. Door de lichtvervuiling en het vele omgevingslicht, is een telescoop met een grotere opening in het voordeel en dus een logische keuze voor in de stad.

In de stad kun je je ogen niet goed laten wennen aan de duisternis, wat normaal nodig is om goed naar de sterren te kunnen kijken. Daarom zijn de heldere hemelobjecten in het voordeel om er met passanten naar te kijken. Bij voorkeur kijk je tijdens een sessie stoepsterrenkunde dus naar objecten in het zonnestelsel, zoals de planeten en de maan. Die vereisen natuurlijk enige vergroting om details mooi te kunnen zien, zoals de ringen van Saturnus, wolkenbanden op Jupiter, kraters op de maan (al is elke vergroting van de maan al goed voor oeh’s en aah’s), wellicht een ijskap op Mars of zelfs de Orionnevel.

Op basis van deze criteria kom je al snel op twee soorten telescopen uit voor je sessie stoepsterrenkunde. Dat zijn de Newtonkijker van (minimaal) zo’n 150-200 mm opening en de Maksutovkijker van 90-150 mm opening. Beide zijn spiegeltelescopen (of een variatie daarop in het geval van de Mak), met als belangrijkste verschil in de draagbaarheid. Zo is een Maksutov kleiner en draagbaarder dan Newtonkijker, maar in verhouding prijziger vanwege het compacte optische ontwerp. Beiden zijn voor stoepsterrenkunde prima te gebruik op een equatoriale of azimutale montering, of in het geval van een Newtonkijker een dobsonmontering. Maak ook gebruik van langere oculairs, want deze zijn soms aangenamer en makkelijker voor passenten om doorheen te kijken, dan wanneer je oculairs met kortere brandpunteafstanden gebruikt.

Uiteindelijk zal de afweging dus gemaakt kunnen worden op basis van beschikbaar budget en de draagbaarheid die je zoekt. Voorop staat dat je met deze twee soorten telescopen prima sessies stoepsterrenkunde kunt organiseren. En vanwege hun afmetingen (zeker die van de Newtonkijkers), vallen ze nog goed op ook!

Stoepsterrenkunde in de zon

Stoepsterrenkunde is natuurlijk niet een activiteit die je uitsluitend op een helder avond kunt doen. Ook overdag is het een ideale activiteit om met passanten naar de zon te kijken. Momenteel bevinden we ons in een zonneminimum en is een H-alfa zonnekijker de beste en leukste optie omdat je hiermee nog details op de zon kunt laten zien. Denk aan de vlam- en lusvormige protuberansen aan de rand van de zon. Instapmodellen zoals de Lunt 40 mm en de Lunt 50 mm geven al een prachtig beeld. Je nachttelescoop kun je ook eenvoudig voorzien van een glas- of foliefilter om veilig naar de vlekken op de zon te kijken. Daarnaast is voor een lenzenkijker een Herschel wedge een aantrekkelijk alternatief voor een scherp en contrastrijk beeld, maar je kunt ook een projectie van de zon overwegen. Grote zonnevlekken kun je bovendien bij een lage vergroting met een witlicht zonneverrekijker bekijken, zoals de Lunt SUNoculars 8×32. Dat is een speciale verrekijker waar de zonnefilters al ingebouwd zijn. Handig én het voorkomt risico’s van het werken met losse opzetfilters die er misschien loskomen. 


Wil je je eerste telescoop wilt kopen, dan zijn er andere opties die je kun meewegen. Kijk dan op www.sterrenkijker.nl voor praktische tips en voor achtergrond informatie die je kunnen helpen om een keuze te maken.